Tot nu toe is de maquette gebouwd in het modelbouwatelier. Nu voor het eerst is de maquette is op zijn toekomstige plek ingemeten rondom de 1:1 uitgeplotte ontwerptekeningen. De perrons worden uitgelijnd met de sporen van het ontwerp. De afstand van de stationskap tot de zijkant van miniatuurwereld wordt bepaald, zodat bezoekers straks vanuit de beste hoek kunnen genieten van de gedetailleerde maquette. In het modelbouwatelier worden treinen onderhouden. Onze treinen rijden immers in de miniatuurwereld soms kilometers per dag. En dat 5 dagen in de week, 8 uur per dag. Met een nieuwe functionaliteit in onze besturingssoftware Koploper wordt nu dagelijks bijgehouden hoeveel kilometers we dagelijks met de treinen rijden. Op dit moment varieert dit tussen de 125 en 150 km per dag met totaal 90 treinen. Kortom : onderhoud is een belangrijk onderwerp! Er is deze week wederom verder gewerkt aan de BP raffinaderij. De grote schoorsteen is een imposant bouwwerk. Ook zijn deze week op diverse plekken in de attractie schilderijen opgehangen van Hans Kaas. Oud-spoorman Hans Kaas (1932) groeide op in een Amsterdamse woonwijk die begrensd werd door de spoorlijn Amsterdam – Haarlem, de NZH-tramlijn Amsterdam – Zandvoort en de spooraansluiting naar de Centrale Markthallen. De destijds beruchte spoorwegovergang bij Sloterdijk lag niet ver van zijn ouderlijke woning. Trams en treinen bepaalden het beeld van zijn woonomgeving zodat het niet verwonderlijk was dat zijn interesse voor spoorse zaken al op jonge leeftijd werd gewekt. Als zoon en kleinzoon van een spoorwegmachinist raakte hij tijdens zijn jongensjaren ook nog eens ernstig besmet met het ”stoomvirus” en zo werd hij in de loop van de tijd een fanatieke spoorweghobbyist. Het was bijna vanzelfsprekend dat hij later bij het spoor zijn brood zou gaan verdienen en tussen 1954 en 1990 werkte hij in diverse functies, voornamelijk op de Amsterdamse goederenstations Rietlanden en Watergraafsmeer, bij NS. Een belangrijke tweede liefhebberij was schilderen en tekenen, een hobby waarmee hij veel van zijn vrije uren vulde. Na zijn pensionering besloot hij, geïnspireerd door de Engelse spoorwegschilders, beide hobby’s te combineren en zo ontstonden de eerste spoorwegschilderijen die voornamelijk de spoorwegen tussen 1930 en 1970 tot onderwerp hebben. In 1992 kreeg hij de gelegenheid bij een van onze museumbanen een aantal van zijn schilderijen te tonen. Nadien exposeert hij regelmatig op belangrijke modelspoorbeurzen en spoorwegmanifestaties. Inmiddels is er bij de uitgeverij Aprilis een boek verschenen dat een overzicht van zijn werk bevat. |