In week 40 waren we begonnen met de opbouw van het landschap voor het tweede diorama over de Eerste Boeren voor het Limburgs Museum.

Deze week zijn we aan de slag gegaan met de juiste hoogtes en het verschil is direct zichtbaar.

De boeren hadden een prachtig uitzicht op een vallei waar een rivier door heen slingerde.

Het skelet van de hogere gedeeltes is opgebouwd uit verschillende balken waarvoor gaas gespannen wordt.

Over het gaas wordt gips aangebracht, zodat de overgang van hoog naar laag natuurlijker oogt.

Vervolgens wordt ook de rest van het diorama ingegipst en voorzien van een opstaande rand, zodat het mooi afgewerkt oogt.

Tevens zorgt de rand ervoor dat het gips niet bij de zijkant van het diorama eruit valt.

Als laatste wordt de rand op de hoogte van het landschap afgezaagd, waarmee de ruwe opbouw af is.

De volgende stap wordt het aangeven van de akkers en de plaatsing van de huizen.

Het bepalen van de plek waar de huizen geplaats moeten worden gaat niet zomaar.

Er moet rekening worden gehouden met de stand van de denkbeeldige zon en aan welke kant de boeren dan de opening van het huis zouden hebben gebouwd.

Daarnaast groeven zij langs hun huis diepe geulen.

Door de medewerkers werden ze gekscherend strontgeulen genoemd, maar niks is minder waar!

De geulen ontstonden doordat de grond werd gebruikt om de huizen te bekleden.

En gezien de efficiëntie werd dat niet kilometers verderop opgegraven, maar direct uit de grond naast het huis.

Als alles afgetekend is, kunnen de geulen uitgezaagd worden.

Nadat onze bruine koe alles strict heeft gecontroleerd, kan het landschap ingekleurd worden en worden de verschillende grondgebieden zichtbaar.