Zoals gemeld in de nieuwsbrief van november: Eilean Donan Castle is klaar. Het staat te popelen (bij wijze van spreken) om zijn eigen plek in ons Schotland te gaan innemen. U hoeft er niet aan te twijfelen dat we u foto's laten zien als dat eenmaal zover is; voor nu nog een paar plaatjes van wat we met recht de laatste loodjes van dit bouwproces kunnen noemen… De grote foto hierboven moet u maar eens goed bekijken: het toont de kant van het kasteel die straks, als het eenmaal op zijn plaats staat, niet voor het publiek zichtbaar is – tenzij u deelneemt aan een rondleiding achter de schermen, natuurlijk. Op de foto hieronder is goed te zien dat delen van (de buitenmuren van) het kasteel demontabel zijn. Dat is van belang voor het aanbrengen of vervangen van de verlichting en voor het verplichte periodieke onderhoud – want er blijft stof neerdwarrelen in onze miniatuurwereld… Het zal niet heel goed leesbaar zijn, maar onze modelbouwer heeft in de zeshoekige waterput van het kasteel een boodschap achtergelaten ter herinnering aan de genoeglijke uren die hij aan het bouwen van dit pronkstuk heeft besteed. De foto rechts getuigt daarvan! |
We doen het al een hele tijd. Gewoon, omdat het zonde is om spullen weg te gooien als we ze op de een of andere manier of op de een of andere plek opnieuw kunnen gebruiken. In hun geheel, of – zoals meestal – onderdelen ervan. Onze modelbouwers zijn er meester in om oude maquettes en andere, al dan niet uit bouwpakketten gebouwde objecten te 'ontmantelen'. De losse onderdelen die ze daarmee terugwinnen, kunnen niet altijd direct weer opnieuw worden gebruikt. Daarom hebben we in het modelbouwatelier een paar bakken met gevels, daken, raam- en deurpartijen en je-kunt-het-zo-gek-niet-bedenken-of het-zit-er-ook-bij. De vitrine hierboven herbergt een aantal objecten die voor een deel of zelfs helemaal zijn samengesteld uit 'restmateriaal'. Een mooi bewijs van de manier waarop onze modelbouwers hun creativiteit inzetten om dingen die anders zouden worden weggegooid, een tweede leven te geven. Een van de objecten in de vitrine halen we er even uit: onze collega is met recht trots op zijn 'herschepping' van een oude, met glazen ramen overkoepelde markt met kraampjes, kooplui, klanten en koopwaren (en niet te vergeten een paar bankjes waarop je na je slentertocht langs de kramen even kunt gaan zitten uitblazen…) |
Het zal u niet zijn ontgaan dat het aandeel 'Groot-Brittannië-onderwerpen' weer aan het toenemen is. Zoals eerder gezegd, hebben we na het afronden van het immense Vesting Brielle-project gelukkig weer tijd en mensen beschikbaar om ons grote interne uitbreidingsproject weer op gang te krijgen! Een van de resultaten daarvan is dit leuke stationnetje, waar om de juiste doorrijhoogte te testen even wat typisch Brits spoorwegmaterieel is neergezet. Het wordt een maquette van Ashburton Railway Station, dat indertijd het eindstation was van de spoorlijn vanuit Totnes. Beide plaatsen liggen in Devon in het zuiden van Engeland. Die spoorlijn, waaraan ook de stations Staverton en Buckfastleigh lagen, werd op 1 mei 1872 geopend door de maatschappij 'Buckfastleigh, Totnes and South Devon Railway', een gezien de lengte van de lijn (zo'n 14 kilometer) nogal pretentieuze naam… De maatschappij ging in 1897 op in de Great Western Railway, die op zijn beurt werd genationaliseerd en onderdeel werd van British Railways in 1948. De naam van die maatschappij werd in 1965 'British Rail'. Ashburton Railway Station werd gesloten voor reizigersvervoer in 1958; de lijn tussen Buckfastleigh en Ashburton werd nog tot 1962 gebruikt voor goederentransport. In april 1969 werd het station heropend door de Dart Valley Railway, een maatschappij die zich bezighield met het in stand houden van spoorweggeschiedenis. Gedurende een kleine twee jaar reden er met enige regelmaat stoomtreinen heen en weer naar Buckfastleigh. Daar kwam in 1971 een einde aan toen de grond waarop de rails lagen gebruikt moest worden voor groot onderhoud aan de naastgelegen A38, die tevens werd verbreed. Het overblijvende deel van de spoorlijn, het stuk tussen Buckfastleigh en Totes dat voor een groot deel langs de rivier de Dart loopt, is nog steeds in gebruik: er rijden toeristische stoomtreinen van de South Devon Railway, de opvolger van de Dart Valley Railway. Op de foto hieronder is – toch een beetje triest – het stationsgebouw te zien in de huidige staat: er zit een garagebedrijf in… |
Als u zich niet direct een beeld kunt vormen bij de foto hierboven, geen nood: het is de alleen voor ingewijden herkenbare basis van een nieuwe parel aan onze Schotse kroon, Castle Stalker. Het is een van multiplex gemaakte structuur waaromheen gips is gemodelleerd. Het kasteel zelf is een bouwwerk van multiplex-panelen waarin de gaten voor de vensters en andere openingen zijn uitgezaagd. Ook de trapvormige gevels bovenop zijn met de hand in de juiste vorm gezaagd en gevijld. Toen de 'ruwbouw' klaar was, diende de volgende klus zich aan: het volledig bekleden van de buitenmuren van het kasteel met een dunne laag gips. Toen die was uitgehard, etste onze modelbouwer de stenenstructuur erin. Met de hand! (Een klein filmpje daarvan vindt u op ons YouTube-kanaal: klik hier). De torenspits, gemaakt van een tot een punt gevijld stuk 'rondhout' en twee dakkapellen van hout wachten op de verdere afwerking... …en zoals meestal het geval is, vormen heel wat foto's de basis voor het bereiken van een zo natuurgetrouw mogelijk resultaat. De foto rechts toont het echte kasteel samen met het pontje waarmee men ernaartoe kan varen. U ziet dat de basis van het kasteel in overeenstemming is met onze maquette: het is een piepklein eilandje in Loch Linnhe aan de Westkust van Schotland, een goede 30 km ten zuidwesten van Fort William. Tip: als u eens vanuit uw luie stoel een echt Schots kasteel wilt bezoeken, klik dan op deze link. Daarmee kunt u een virtuele toer naar en door Castle Stalker maken! Zoals bij heel wat meer kastelen in Schotland kent ook dit een nogal gewelddadige geschiedenis: Castle Stalker was inzet in vele, vaak langdurige vetes tussen Schotse clans. Hieronder: eens kijken hoe het er uitziet als we het gebouw op zijn basis plaatsen… Voordat het echte schilderwerk begint, moeten eerst de met de hand ingekraste voegen wat duidelijker worden gemaakt. Daarvoor gebruikt onze modelbouwer verdunde donkere verf. Ook het aanbrengen van diverse kleurlagen in meerdere verfsessies gaat helemaal met de hand, maar niet nadat alle daken zijn voorzien van passende dakbedekking. Geheel volgens de eisen van het origineel zijn dat keurige rijtjes leien, zoals op de middelste foto hieronder goed te zien is. Daaronder het eindresultaat vanuit verschillende hoeken, en daar weer onder een in beeld gebrachte variant op het gezegde: 'Na gedane arbeid is het goed rusten!' |
Ook dit item is bestemd voor Groot-Brittannië, en wel voor het zogenoemde Victoriaanse kavel. Het stamt uit de tijd dat de industriële revolutie op zijn einde liep en is dus een… stoommachine. Een miniatuurwondertje, dat weliswaar niet echt stoom genereert, maar door zijn metalen (met de hand gemaakte!) onderdelen wél kan draaien. Daarmee geven we een leuke inkijk in een van de Victoriaanse panden: inderdaad, dat met die vreemde opening in een zijmuur uit een vorig Bouwverslag. We zijn nog aan het nadenken over de mogelijkheid om de krachtcentrale met behulp van stoomleidingen te koppelen aan nabijgelegen gebouwen, opdat de werknemers daar ook kunnen profiteren van de 'zegeningen' die stoomaandrijving met zich meebrengt… Maar, voordat je zo'n element kunt toevoegen, moet er het een en ander aan de omgeving van het object worden aangepast en dat kan wel eens wat rommelige teferelen opleveren... Wees gerust: als u weer eens komt kijken, is alles weer keurig opgeruimd! Hieronder nog een 'overzichtsfoto' van het Victoriaanse kavel, met de aankleding, de werktuigen en de auto's uit de eerste decennia van de vorige eeuw. |
Er was geen enkele twijfel en ook geen enkele discussie: ook dit jaar brengt St. Nicolaas met zijn gevolg een bezoek aan de kinderen van Miniworld Rotterdam. Pakjesboot 13 is afgemeerd aan de kade van het Koninginnenhoofd bij Hotel New York en natuurlijk zijn er heel wat bewoners van onze miniatuurwereld daarnaartoe gekomen om de Sint en zijn helpers een warm welkom toe te zingen. De Sint volgt het momenteel in de echte wereld levende sentiment over de uiterlijke verschijning van zijn assistenten: ze hebben alle kleuren van de regenboog en allerlei varianten, combinaties en mengvormen daarvan. Op de foto's ziet u dat de Sint op het punt staat om voet aan land te zetten - nou ja, om zijn schimmel dat te laten doen. Die denkt er echter het zijne van: het beklimmen van de loopplank zou gezien de hellingshoek van dat ding wel eens een heel pittige opgave kunnen worden… |
Een paar foto's van het Engels/Welshe deel van ons Groot-Brittannië zoals u het (nog) niet hebt kunnen bekijken. Dat komt omdat daar tijdens de openingsuren van onze attractie het licht namelijk altijd blijft branden: het dag/nacht-ritme van de verlichting is hier nog niet operationeel. Wees gerust: daar wordt aan gewerkt. We zijn in de tussentijd druk bezig om de diverse gebouwen en objecten te voorzien van binnenverlichting. Er zijn ook heel wat plekken waar een goede belichting het aanzicht in het donker heel wat aansprekender maakt en dus plaatsen we die ook, net zoals lantaarnpalen – ook de Britse inwoners van Miniworld hebben tenslotte recht op veilige, goed begaanbare wegen en straten! Daarbij maken we gebruik van de in een vorig Bouwverslag beschreven methode om het licht ook op foto's meer natuurgetrouw te maken: het bestrijken van de ledlampjes met verdunde bruine verf. Hieronder nog een paar voorbeelden van wat u te zien krijgt als het straks ook in ons Groot-Brittannië om de 24 minuten nacht wordt, gekoppeld aan hoe het er nu, bij 'daglicht' dus, uitziet. |
Tot besluit de eerste foto's van een volgend Schots kasteel-project: Dunnottar Castle. Gelegen op een 50 meter hoge rotspunt aan de Schotse Oostkust vlak bij Stonehaven, op een 20-tal kilometers ten zuiden van Aberdeen, staan de oudste resten van dit kasteel al een dikke 750 jaar over de Noordzee uit te kijken. Er werden heel wat oorlogen en veldslagen bij en rond het kasteel gevoerd, wat de reden is dat het tegenwoordig voor een groot deel een ruïne is. De imposante houten stellage op de foto hiernaast is de basis waarop onze maquette te zijner tijd komt te staan. Het is bijna jammer dat de ingenieuze constructie zal worden 'verstopt' achter gaas en gips… De foto hieronder toont de opzet van de maquette. Onze modelbouwer heeft met behulp van een aantal grove 'gebouwen' van polystyreen een 'massastudie' gemaakt, bedoeld voor het verkrijgen van een eerste indruk van het geheel. Nog een aardige wetenswaardigheid: op deze plek hebben de oorspronkelijke bewoners van Schotland, de Picten, al duizenden jaren voor het begin van onze jaartelling dfiverse woonsteden gehad. In de 12e eeuw na Christus is er hier een kapel gebouwd, die later werd versterkt tot een fort. De huidige ruïnes zijn de resten van het kasteel dat werd gebouwd in de 14e eeuw en in de 16e eeuw werd uitgebreid. Het kasteel is het bekendst om het feit dat het in 1651 tijdens de Jacobitische opstand werd belegerd door de troepen van Oliver Cromwell. Hij hoopte de zogenoemde 'Honours of Scotland' (de Schotse Kroonjuwelen: kroon, zwaard en scepter) in handen te krijgen. Die werden er bewaard sedert de kroning van Charles II tot (de laatste) koning van Schotland. Dat is Cromwell niet gelukt: er bestaan twee lezingen over hoe de juwelen het kasteel werden uitgesmokkeld. Welke de juiste is weet niemand meer, maar dát het is gelukt, staat vast: de Schotse Kroonjuwelen liggen sedert het begin van de 18e eeuw in Edinburgh Castle. Dunnottar Castle is niet direct het meest toegankelijke Schotse kasteel: de ruïnes en de diverse gebouwen op de rotspunt zijn vanaf de parkeerplaats alleen te bereiken via een wandelpad, een trap naar beneden die is gemaakt van betonnen treden en een steil pad en een nogal onregelmatige trap naar boven – alles bij elkaar een dikke 200 treden! |