De originelen van deze huisjes zijn te vinden in Berwick-upon-Tweed, dat aan de Noordzee ligt op een goede 5 km van de grens met Schotland. Dat we de huisjes des-ondanks in Schotland plaatsen, is een vrijheid zoals we die ons wel vaker veroorloven… Niet alleen het natuurgetrouw namaken van de buitenkant is goed gelukt, onze model-bouwer is erin geslaagd om de ook binnenkant een levensechte uitstraling te geven. Hij heeft foto's van kamerinterieurs gedownload van Internet en aangepast op de grootte van het raam van de kamer waarvoor ze bestemd zijn. Die foto's print hij op transparante film en plakt ze aan de binnenkant van de ramen. Als je er dan een lichtje achter laat branden, krijg je als je van buiten naar binnen kijkt de indruk van een gemeubileerde kamer of keuken. De volgende stap is de installatie van ledlampjes en -strips. Een paar van die lampjes krijgen een heel dun likje gele verf, om te voorkomen dat het licht in alle kamers dezelfde 'kleur' heeft, wat er nogal saai uit zou zien. Alles in het teken van de bevordering van het natuurlijke karakter! Na het aansluiten van al die losse draden op een blokje en het programmeren van een zogenoemd 'lichtorgel' (dat ervoor zorgt dat niet alle lampen tegelijk aan- en weer uitgaan), rest alleen nog de aansluiting op het 'stroomnet' van Groot-Brittannië. Als de dag/nacht-cyclus daar eenmaal operationeel is, hoeven de mini-bewoners van deze huisjes tijdens de 'nacht' niet meer te wachten op zonsopgang… In een van de kamers heeft onze modelbouwer ook een open haard gesimuleerd; hij heeft daar een 'kaarslicht-ledlampje' voor gebruikt. Op een kort filmpje dat we hebben ge-upload naar YouTube is het effect te zien – al zou de felheid van die open haard wel eens tot gevolg kunnen hebben dat de Miniworld-brandweer wordt gealarmeerd… |
Nog meer nieuwe gebouwen, voorzien van interieurs en verlichting op dezelfde manier als hierboven beschreven bij de huisjes in Berwick-upon-Tweeed. Hier gaat het om drie gebouwen die straks in ons Edinburgh komen te staan. Het gebouw links op de foto (we zijn nog aan het uitzoeken waar het precies staat) moet een geruststelling zijn voor onze vrouwelijke Schotse miniatuurwereldbewoners: ze zullen in op zijn minst één modezaak kunnen shoppen! De twee andere gebouwen staan in Cockburn Street, respectievelijk nummer 6 en 14, rechts en links van de trappen van Warriston's Close. Hieronder een paar foto's van de originelen, waarbij 14 Cockburn Street deel blijkt uit te maken van 'Edinburgh Municipal Buildings', zoals de plaquette aan de Cockburn Street-kant getuigt. Overigens had de fotograaf kennelijk moeite om het hele gebouw op de foto te krijgen… De gevel van onze maquette moet nog 'op kleur' worden gebracht. 6 Cockburn Street, aan de andere kant van de trappen, ziet er in het echt ook een stuk minder donker uit dan onze maquette. Wordt aan gewerkt! Op Google Street View ziet het pand eruit zoals de onderste van de twee foto's laat zien. |
Aan de fameuze scheepslift bij Falkirk in Schotland, het Falkirk Wheel, hebben we al een paar keer aandacht besteed. Terecht, want het is een waar waterbouwkundig kunstwerk. Ook onze maquette mag er zijn; u hebt in het vorige Bouwverslag nog kunnen lezen dat de verlichting van het object is geïnstalleerd. We zijn intussen alweer een stap verder: het Falkirk Wheel staat op zijn plaats, in een eigen 'meertje' links van de grote plas waarin de Forth Bridge zijn plek heeft. Nu suggereert het woord 'scheepslift' dat er schepen omhoog en omlaag worden gebracht en dus moesten we nog aan de slag om een aquaduct te bouwen, waarover de schepen vanuit het hooggelegen kanaal naar de boveningang van de scheepslift kunnen varen. Ook het echte Falkirk Wheel heeft zo'n aquaduct (foto rechts). Hiervoor hebben we de vertrouwde bouwmethode gebruikt: eerst alle onderdelen in de juiste vorm en onderlinge verhouding invoeren in onze AutoCad-tekensoftware, de resulterende digitale tekeningen overbrengen naar de lasersnijder en de daardoor uitgesneden en van profielen voorziene onderdelen assembleren. De foto rechts toont de twee pilaren van het aquaduct. De waterbak van het aquaduct (op de foto hiernaast het grijze gedeelte) ligt op een metalen profiel, dat kromtrekken moet voorkomen. Op de plaats waar de bak is gemonteerd aan de pilaren, zijn aan de onderkant ledlampjes aangebracht die de zijkant van de pilaren verlichten. Net als in het echt. Op de foto rechts kunt u zien hoe nauwkeurig onze lasersnijder werkt: de uitsparingen voor de reling zijn 1 x 3 mm groot en staan allemaal exact op de juiste onderlinge afstand. Tijd om het geheel op zijn plaats te gaan zetten. Dus de beitel en ander breekwerktuig ter hand genomen: we moeten ook wel eens iets afbreken… Hier is dat de plek waar het aquaduct overgaat in de tunnel waardoor het eerste deel van het toevoerkanaal loopt. Een kwestie van voorzichtig een opening hakken in de zo netjes aangelegde en met 'gras' beklede gipswand. Daarna de waterbak van het aquaduct voorzichtig op zijn plaats manoeuvreren. Natuurlijk moeten we dan ook nog met de waterpas controleren of die bak wel netjes helemaal horizontaal loopt! Inmiddels kunt u als bezoeker de scheepslift bedienen via een drukknop. De laatste foto's bij dit item tonen de hele constructie, mét fraaie ledverlichting en een stukje van de Forth Bridge op de achtergrond. Als straks de maquette van het bezoekerscentrum annex kantoorgebouw ook klaar is, er weer een stukje Schotland ingevuld! |
Een paar foto's van de vorderingen in het laatste deel van ons Schotland, rechts achterin de kelder. Hierboven en rechts een beeld van 'Edinburgh in wording' en verder een aantal landschapsfoto's. |
We zullen hem niet het topstuk van onze miniatuurwereld noemen, onze versie van Forth Bridge, want dan doen we een heleboel andere mooie maquettes te kort, maar mooi is hij beslist. Imposant en groot, ook! Dat laatste bleek bij het transport van het object vanuit het modelbouwatelier naar de Groot-Brittannië-kelder. Voorafgegaan en gevolgd door een aantal enthousiaste collega's, die als fotograaf of videomaker (of gewoon uit belangstelling) het hele proces op de voet volgden, legde de brug in een rustig tempo het hele traject af. Omdat het te ver voert om alle gemaakte foto's in dit Bouwverslag op te nemen (zo ongeveer elke afgelegde meter is op foto en/of film vastgelegd…) hier een impressie van een paar momenten. Vooral de passage over de trap naar beneden was uitdagend! U kunt het gehele traject inclusief de plaatsing van de brug op zijn brugpijlers volgen in een nieuw, uitgebreider filmpje dat we op YouTube hebben geplaatst. Toen de brug eenmaal beneden was aanbeland – gelukkig in één stuk en zonder beschadigingen! – was het tijd om de al eerder gemaakte brugpijlers tevoorschijn te halen. Die werden om beschadigingen te voorkomen op een blad papier op het zo minutieus geschilderde meeroppervlak gezet, waarna drie man de brug op zijn plaats tilden. Daarna uitlijnen, de enige pijlertoren (aan de achterkant, helaas is er aan de voorkant geen plaats voor een tweede...) op zijn plaats zetten en dan staat hij! |
Een van onze treinologen, die al van jongsaf aan bezig is met treinen en het onder-houden en aanpassen daarvan (in de nieuwsbrief van december gaat u met hem kennismaken!), heeft zich gestort op een memorabele klus. Er reed al een tijd lang een Intercitytrein van de NS rond in onze miniatuurwereld, maar die begon storingen te vertonen, met steeds vaker uitval als gevolg. Op een dag besloot men dat er een vervanging moest komen, maar die moest dan wel een natuurgetrouwe kopie zijn van de IC Direct uit het grootbedrijf. De trein rijdt in dubbeltractie, met één locomotief 'op kop' en de andere achteraan. Een van deze twee is voorzien van een digitale decoder. De andere krijgt zijn voeding via zogenoemde 'stroomvoerende koppelingen'. Een daarvan is te zien op de foto hier rechtsonder (dit is de decoderloze loc); natuurlijk moesten niet alleen de locomo-tieven, maar ook alle rijtuigen van de trein van deze koppelingen worden voorzien. Daarnaast hebben alle rijtuigen ook nog een extra sleper gekregen, waardoor het vrijwel onmogelijk is geworden dat het treinstel ergens op de baan geen stroom meer krijgt en dus stil komt te staan. In alle rijtuigen zijn ook figuurtjes aangebracht, die op een vrolijke manier zijn beschilderd (er wordt gefluisterd dat het zusje van onze collega daarvoor verant-woordelijk is). Een mooie klus met een prima resultaat: een storingvrij rijdende IC Direct (voor de kenners: de NS Traxx 186). |
Voor een leek is de werktafel hierboven één grote chaos. Voor de ervaren knutselaar is dat niet zo; hier liggen de gedemonteerde onderdelen van een van onze kermis-attracties. Na de goed bevallen upgrade van de motoren van de molens in ons polderlandschap (waarover we in het vorige Bouwverslag vertelden), is nu onze kermis aan de beurt. Een kritische bezoeker zal vast al wel eens hebben geconstateerd dat diverse attracties op zijn zachtst gezegd nogal stoterig bewogen – wat voor de ervaren kermisfreak overigens de aantrekkingskracht van zo'n attractie juist verhoogt, maar dat terzijde. Zo is hier rechts de bekende 'Indiago' te zien, oorspronkelijk een Faller-bouwpakket. De staat van het geheel is zacht gezegd niet helemaal meer zoals we hem graag zouden zien. Het is de bedoeling dat de gondel aan twee tegen elkaar in draaiende armen is opgehangen, waardoor er een voor de liefhebbers onweerstaanbaar effect optreedt van heen-en-weer en op-en-neer geslingerd worden. Prima, maar dat dient dan wel zo schokvrij mogelijk te gebeuren, en wat zeker niet mag is dat de twee armen opeens dezelfde kant op gaan draaien als een van de twee motoren spontaan van draairichting wisselt. Dus zijn ook in deze en in een aantal andere attracties dezelfde nieuwe gelijkstroommotoren ingebouwd als we bij de molens hebben gedaan. Met een elektronische snelheidsregeling van eigen makelij kunnen we een realistische draaisnelheid instellen. Omdat we nog een vrij stukje achter station Rotterdam Blaak ontdekten, hebben we daar een 'dependance' van de kermis ingericht. Daar kregen en krijgen nog een paar attracties een mooi plekje. Niet alleen het technische gedeelte, ook de buitenkant van de diverse attracties kon wel een opknapbeurtje gebruiken. Zo is de toegang tot het reuzenrad weer van een fris, eigentijds kleurtje voorzien. Dat rad zelf krijgt van onze elektronicaexperts een fraaie ledverlichting, waardoor het straks een extra aandacht-trekker zal zijn. De foto hieronder toont de elektronische schakeling die de draaisnelheid van de motor regelt. In elke attractie zijn een of meer van dit soort elektronicasnufjes ingebouwd. Verder zijn alle attracties voorzien van een connector in de aansluitdraden, zodat we ze veel eenvoudiger dan in de oude situatie kunnen loskoppelen en weghalen als we er bijvoorbeeld onderhoud aan moeten plegen! Op de foto rechts het resultaat van deze renovatie-actie: een reeks 'afgekeurde' Faller-motoren die overbodig zijn geworden (maar wel ergens in een magazijn opgeslagen blijven, want je weet maar nooit…). Tenslotte nog een paar overzichtsfoto's; we hebben ook een kort filmpje van de vernieuwde kermis ge-upload naar YouTube. |