De vooruitgang staat ook in de miniatuurwereld niet stil: sedert een paar weken kunnen onze mini-inwoners ook een busje huren van het bedrijf 'Autohopper', net zoals wij dat in de echte wereld kunnen doen. Arno Bosman, directeur van dat bedrijf, kwam op 4 oktober met twee collega's langs met een aantal busjes, die ze graag deel wilden laten uitmaken van onze scenery – en dan bij voorkeur op een beetje opvallende plekken. Ze hebben de busjes met enig ceremonieel op en in de gewenste wegen, parkeerterreinen en straten neergezet. Deze actie is een gevolg van een overeenkomst die Stichting MeeMaken in Miniatuur heeft gesloten met Arno. In de nieuwsbrief van november 2023 zullen we een artikeltje over deze actie opnemen. Het lijkt wel alsof het verschijnen van de Autohopper-busjes een verhuis- en vervoersdrift bij de inwoners heeft opgewekt: er zijn aardig wat exemplaren te ontdekken van diverse typen VW- en Mercedes-busjes. Hieronder een paar voorbeelden van plekken waar de busjes te signaleren zijn - al past hier de opmerking dat het busje op de laatste foto wel erg fout is geparkeerd… |
U vraagt zich misschien af wat de vier mini-objecten op de foto hierboven zijn. Het zijn de behuizingen van de vier 'verkeerslichten' die hun plaats krijgen aan onze maquette van het beroemde Falkirk Wheel. Even uw geheugen opfrissen? In het Bouwverslag van december '22 vertelden we al over deze schitterende roterende scheepslift, die we natuurlijk graag in ons Schotland een plekje willen geven. Dat we daar nu pas mee verder zijn gegaan, heeft vooral te maken met drukte… Het principe van de lift is in dat Bouwverslag al uitgebreid verteld. Ook de technische gegevens van het origineel zijn daarin aan de orde gekomen. Ons model moet een natuurgetrouwe indruk maken, en dus hebben we indertijd al een paar experimenten uitgevoerd met provisorisch aangelegde ledverlichting in diverse kleuren. Deze foto's zijn van ergens in april van dit jaar! Nu was echter het moment daar om verder te gaan met deze mooie maquette. Onze elektronica-experts en modelbouwers stopten wat tijd in overleg en maakten een plan. Terwijl de een zich bezighield met de ingewikkelde (voor de leek, althans) materie van hoe je op het juiste moment en met de juiste frequentie het juiste ledlampje in de juiste kleur kunt laten branden, zorgde de ander ervoor dat de nog ontbrekende details van de maquette (zoals kooiladders op de bordessen aan de zijkant bij de twee draaipuntenen en ander hek- en sluitwerk) werden vervaardigd, aangebracht en in de juiste kleur geschilderd. Die vier verkeerslichtjes die op de eerste foto staan, hebben ook hun plaats gekregen. Waar die precies is, kunt u zien op dit YouTube-filmpje. Let op wat er gebeurt voordat de waterbak die beneden staat in beweging komt: eerst gaat de 'binnenverlichting' aan, dan knipperen er twee verkeerslichten (daar zijn ze!) rood om vervolgens continu te gaan branden. Vervolgens komt de contructie met de waterbakken in beweging. Als de andere bak beneden is aanbeland, wordt weer de binnenverlichting aangezet en gaan de verkeerslichten groen branden. Mooi staaltje van miniatuurbouw! |
Dit is een maquette van een monument dat u wellicht niet kent: het Fyrish Monument. Het origineel staat in Fyrish Hill (in Schots Gaelic: Cnoc Fhaoighris), in Fyrish in Evanton. Dat ligt dicht bij Alness in het als Easter Ross bekend staande gebied in midden Schotland. Het werd gebouwd in 1782, in opdracht van Sir Hector Munro, 8e laird van Novar ('laird' is de benaming van een erfelijk overdraagbare landeigenaar). Munro had als generaal dienst gedaan in het Britse leger in India. Tijdens de zogenoemde Highland Clearances, die in twee fasen plaatsvonden tussen ruwweg 1750 en 1850, werden mensen verdreven van het land dat ze generaties lang hadden bewerkt. De manieren waaop het land werd bebouwd en begraasd waren aan verandering onderhevig, meestal als gevolg van het toenemende geldgebrek bij de landeigenaren. In de eerste fase was er nog sprake van gedwongen (maar nog wel 'geholpen') verhuizing naar de kustgebieden, waar in de visserij nog wel werk te vinden was. Bij de tweede werd het 'gewoon' verdrijving en bekommerde men zich niet of nauwelijks om het lot van de verdrevenen. Sir Hector, die blijk gaf van een voor die tijd opmerkelijke betrokkenheid bij het wel en wee van 'de mindere klassen', startte zijn bouwproject om zijn mensen, die niet of nauwelijks konden overleven, aan het werk te houden. Er werd zelfs gefluisterd dat hij regelmatig stenen die naar de top van de heuvel waren gesjouwd, eigenhandig weer naar beneden rolde om op die manier de bouw langer te laten duren – en daardoor de bouwers langer te moeten betalen. De waarheid van dit verhaal konden we helaas niet vaststellen… Het monument stelt de 'Poort van Negapatam' voor, die ligt in Madras in India. Die poort – en daarmee de stad – werd in 1871, aan het begin van de 4e Brits-Nederlandse oorlog, door Sir Hector veroverd op de troepen die onder Nederlandse vlag waren verzameld door de VOC en lokale machthebbers. Zo krijgt dit verhaal ook nog een Nederlands tintje… Natuurlijk moet ook dit monument netjes worden uitgelicht. Daar is best wat denk- en puzzelwerk en overleg voor nodig, want je wilt natuurlijk niet dat die lampjes in het oog lopen en daardoor het totale effect om zeep helpen. Gelukkig zijn er tegenwoordig van die heel kleine ledlampjes die vrijwel altijd wel ergens in, op of onder te verstoppen zijn. Zie de foto hieronder, die is gemaakt bij een van de vele Schotse viaducten: als het lampje niet brandt, zie je niet dat het er staat! |
De bouwactiviteiten aan onze maquette van de Forth Bridge zijn afgerond. Er staat een werkelijk gigantisch model van deze brug klaar om naar onze spuitcabine te worden getransporteerd (een klein filmpje van dat transport staat op YouTube. U kunt het hier bekijken). Even wat cijfertjes: de bouwers schatten dat er een dikke 22 meter pvc-buis in de brug is verwerkt. De vierkante onderdelen met de kruisvormige verstevigingen zijn gemaakt van karton en polystyreen dat in de lasersnijmachine in de juiste vorm is gesneden. Ongeveer 5 m2 karton en 3 m2 polystyreen! Daarnaast zijn er ook nog de nodige tubes epoxy- en universele lijm verbruikt. Het is nog een aardige klus om de brug zijn juiste kleur rood te geven. Daar ging het een en ander aan overleg vooraf en ook moest onze modelbouwer het dek van de brug waarop de treinsporen hun plaats gaan krijgen, afdekken om te voorkomen dat dat ook rood geverfd zou worden… Het totale project kostte een zestal spuitbussen rode verf. De brug is een van de weinige objecten die niet ín, maar vóór de spuitcabine moest worden geplaatst: hij is domweg te groot om erin te kunnen. Betekent wel: extra voorzichtig zijn met het hanteren van de spuitbus om te voorkomen dat de rest van de ruimte ook mooi 'Forth Bridge – rood' wordt! Nog een aardig weetje over de echte brug: die heeft een eigen onderhoudsploeg die ook verantwoordelijk is voor het schilderen van het gevaarte. De totale te schilderen oppervlakte van de brugonderdelen is 59 hectare (!) groot en men heeft er een kleine 32.000 liter verf voor nodig. Overigens is het – anders dan bij de beroemde Golden Gate Bridge in San Francisco – bij de Forth Bridge niet meer zo dat het schilderen een permanente klus is. In een artikel in de Independant van 11 september 2011 is te lezen dat door een nieuwe verfsoort te gebruiken, de eerstvolgende verfbeurt pas over een 25 jaar hoeft te worden uitgevoerd. Of onze Forth Bridge ook ooit een nieuwe verflaag nodig heeft, zal de toekomst uitwijzen! |
Hier zijn twee collega's bezig met het laatste deel van ons Schotland: de hoek waar straks onder andere de Forth Bridge en Edinburgh Castle hun plek gaan krijgen. Voordat dat kan gebeuren, moet er het nodige schilderwerk worden uitgevoerd. De ene collega houdt zich bezig met het minutieus creëren van de oppervlakte van een groot meer; de ander hanteert de verfroller om de rand van de miniatuurwereld een net aanzien te geven – misschien iets minder kunstzinnig, maar net zo nodig (en veel sneller klaar). Wat meer naar achteren (foto rechtsboven) een stukje maquettebouw dat aandacht verdient. Deze foto's zijn gemaakt voordat het grote meer op de foto's hierboven er was. Gewoon een stukje muur, ergens langs een kust, maar bij inzoomen een knap staaltje werk. Eerst een gipsen wandje inkerven zodat er 'stenen' ontstaan. Dat geheel de juiste kleuren geven. Daarna begroeiing in diverse tinten ertegenaan plakken en tenslotte het geheel voorzien van een onderste keienlaag, keitje voor keitje met een pincet in de ondergarond gedrukt. Mag je eigenlijk niet 'gewoon' noemen… |
In het polderlandschap van onze miniatuurwereld staat een fors aantal molens die met draaiende wieken het totale beeld een stukje levendiger maken. Nu viel het een van onze collega's op dat de wieken van een van die molens de verkeerde kant op draaiden: bij traditionele molens draaien de wieken tegen de wijzers van de klok in, als je met de wind in de rug voor de molen staat. De wieken (of rotorbladen) van moderne windmolens die voor het opwekken van elektriciteit worden gebruikt, draaien de andere kant op. De oorzaak van de verkeerde draairichting van de wieken van die ene molen bleek het gebruikte motortype te zijn. De draairichting van deze wisselstroommotoren van Faller is mechanisch om te schakelen, maar na verloop van tijd gaan ze 'spontaan' weer de andere kant op draaien. Een goede reden om tot een ingrijpende renovatie over te gaan. Onze collega zocht en vond vervangende motoren, die op gelijkstroom werken. Hij zorgde ervoor dat de draaisnelheid aangepast kon worden door er een elektronische snelheidsregelaar bij te monteren. De motor wordt gemonteerd op een motorbok en gekoppeld aan een koppelbus. Die bus zit vast gemonteerd in een lager van hoge kwaliteit (zie de foto hieronder); de wiekas (of wiekenas) met de wieken eraan is aan de andere kant van de koppelbus gemonteerd. Op deze manier is er sprake van een wrijvingsloze constructie. Natuurlijk ging dat alles niet zonder slag of stoot: de diameter van de koppelbussen bleek 0,2 mm dikker te zijn dan de binnendiameter van de lagers. Gelukkig hebben we een met een andere collega een grootheid op het gebied van het bewerken van mini-materiaal in huis. Die kon op zijn mini-metaaldraaibankje thuis precies genoeg van de bussen afdraaien (het zilverkleurige deel) om ze wél in de lagers te laten passen. Mooie bijkomstigheid: deze oplossing kost ons € 6,- per molen, terwijl een nieuwe Faller-motor € 30,- kost… Tel uit je winst! Na deze technische revisie kreeg het schilderwerk van de molens nog een opknapbeurt. Ook de rode sterren (bekend van de molens in Kinderdijk), die bij een vorige revisie helaas verdwenen waren, zijn waar nodig weer teruggeplaatst. Eenzelfde operatie zijn we aan het uitvoeren op onze kermis. Ook daar zijn diverse attracties aan een motorrevisie toe. De eerste resultaten zijn veelbelovend: we hebben nu een natuurgetrouw draaiende zweefmolen en een net zo soepel werkende attractie 'uit de oude doos': de zogenoemde 'Rainbow'. Op de onderste foto ziet u dat ook de lokale ondernemers assistentie verleenden bij het werken aan de motorrevisies van de molens! |
Hier gaat het een aantal van onze 'fans' toch om: de treinen die hun dagelijkse rondjes afleggen door de miniatuurwereld. Soms gebeurt er iets wat we liever niet zien, zoals de ontsporing op de foto rechts. Gelukkig is er bij ons slechts het snel en kundig ingrijpen van een van onze mensen in de Commando Centrale voor nodig om de situatie te klaren… Ook blijkt er wel eens een locomotief 'verdwenen' te zijn: zo vond een van de collega's onlangs een nogal fout geparkeerd railvoertuig terug bij een distributiecentrum (zie de foto hieronder). Nader onderzoek heeft geen uitsluitsel over de oorzaak opgeleverd. Verder laten we de foto's voor zichzelf spreken. |