Dit fraaie gebouw is de maquette van Drovers Inn, een bekende herberg annex hotel en pub in Inverarnan, een plaatsje aan de A82 op een goede 40 km ten noordwesten van Glasgow. Het ligt iets ten noorden van het bekende Loch Lomond, onderdeel van het 'Loch Lomond and Trossachs National Park'. Het al eeuwenoude hotel is een gewaardeerd vertrekpunt voor toeristische uitstapjes in de omgeving, maar – zoals zoveel Schotse gebouwen – het staat ook bekend als een van de locaties waar een echte geest rondwaart. Op YouTube staat een filmpje van een van de CCTV-camera's in het hotel waarop die geest te zien is! Eens kijken? Klik hier. Een van onze modelbouwers/elektronicaspecialisten heeft zich opgeworpen om onze maquette van Drovers Inn van natuurgetrouwe verlichting te voorzien. Daarvoor moest het een en ander aan bedrading worden aangelegd. Hij is zelfs zover gegaan dat hij ook een minder grijpbare zaak voor elkaar heeft gekregen: onze Drovers Inn is uitgerust met net zo'n griezelige geest als het origineel, al moest de onze op schaal en is hij dus een factor 87 kleiner… Maakt hem toch wat minder griezelig! Ziet u hem op de foto hieronder? |
Een op het eerste gezicht wat smoezelige verzameling voortbrengsels van onze laser-snijder zijn de gevels van een bekende kapel vlak bij het Schotse plaatsje Lochailort, dat ligt aan de (bijna) gelijknamige baai van Loch Ailort. De kapel heeft als bijnaam 'Our Lady of the Braes' en is gebouwd in 1872. De enigszins oneerbiedige omschrijving op toeristische websites beschrijft hem een 'eenvoudige witte doos met steunbalken en Gotische ramen', maar geeft ook toe dat hij op een adembenemende plek ligt op een heuveltop boven Loch Ailort. Berichten in lokale kranten meldden het voornemen van de eigenaar van het gebouw dat hij er een woonhuis van wilde maken. Of dat ook gebeurd is, is ons niet bekend… De onder het gezag van de Rooms-Katholieke kerk gebouwde kapel diende indertijd de parochies van Ardnish en Polnish, maar die zijn al lang verdwenen. De kapel bleef als eenzaam monument in het landschap staan. Gelukkig lopen de A830 én een spoorbaan erlangs. Die laatste is te zien op de foto rechts, waarop naast de kapel ook een andere toeristische attractie staat: de bekende 'Jacobite'-stoomtrein. Die is als 'Hogwarts Express' ook bekend uit de Harry Potter-films. Hij rijdt van Pasen tot eind oktober één keer per dag een bij toeristen zeer gewild traject van Fort William naar Mallaig en weer terug en passeert daarbij onder andere het wereldberoemde Glenfinnan viaduct, en dus ook 'Our Lady of the Braes'. |
We blijven nog even in Schotland – u weet dat we daar met man en macht aan het werk zijn om onze ambitieuze doelstelling 'klaar en dus open in de zomervakantie van dit jaar' te kunnen halen. Het object hierboven lijkt misschien een beetje op een verweerd handvat van een oud keukenkastje, maar dat is het zeker niet. Het is de ruwe basis van wat onze kopie van de Carrbridge Packhorse Bridge wordt. Dat is voor zover bekend de oudste stenen brug in de Schotse Hooglanden. Hij werd gebouwd over de rivier de Dulnain bij Carrbridge, een stadje op een 20 km ten zuid-oosten van Inverness in de buurt van het 'Cairngorms National Park'. Reizigers en bewoners van de streek hadden regelmatig last van de stroomversnellingen die in die tijd in de Dunain voorkwamen. Het was dan in de verre omtrek onmogelijk om de rivier over te steken. Brigadegeneraal Alexander Grant of Grant betaalde namens de parochie van Duthill een bedrag van £ 100 aan John Niccelsone (nu zou hij 'Nicholson' heten), een metselaar uit Ballindaloch, om een brug te bouwen en die deed dat tussen mei en oktober 1717. Een belangrijk doel van de brug was om begrafenissen doorgang te kunnen laten vinden. Om die reden kreeg hij dan ook al snel de bijnaam 'de lijkkistbrug'... Onze brug begon zijn leven als een halfronde boog van dik karton, waaroverheen gips werd aangebracht. De beide 'opritten' zijn ook gemaakt van gips. Nadat onze modelbouwer de oude stenen er zo natuurgetrouw mogelijk had ingekerfd, was het een kwestie van alles de juiste kleuren geven. Op de foto hieronder staat hij op zijn plek, al moet hij nog wel in het landschap worden 'ingebed': hij staat er zo een beetje verloren bij... Bij ons is de Dulnain gelukkig een stuk rustiger dan het origineel, want de echte brug heeft zwaar geleden onder de kracht van het water. De borstwering en zijmuurtjes werden al zwaar beschadigd in de 18e eeuw en helemaal vernield tijdens de grote overstroming van augustus 1829. Het restant is, zo zonder leuningen, nogal griezelig om over te steken. Gelukkig heeft men dat al vele jaren geleden verboden, al wil een enkele toerist dat verbod nog wel eens negeren om zich op de brug te kunnen laten fotograferen … |
In het Bouwverslag van december 2022 vertelden we over Dun Telve Broch, een typisch bouwwerk waarvan er in de IJzertijd tientallen zijn gebouwd in de Highlands. We hebben er nog eentje gemaakt: dit is een maquette van Archlochan Broch, die heeft gestaan ruwweg halverwege tussen Ullapool en Lochinver aan de westkust van de Highlands. Hij heeft een 'educatieve doelstelling': hij is aan één kant open, zodat onze bezoekers ook de binnenkant kunnen bekijken. Op basis van een document (interesse? Klik hier) waarin over deze Broch wordt verteld en een impressie wordt gegeven van hoe hij eruit gezien kan hebben, is deze maquette opgebouwd. De herkenbare kegelvorm op de foto hierboven heeft een tweede muur gekregen met daarbinnen vloeren op diverse hoogtes. Ook de koepelvormige stenen schuurtjes staan op hun plek. Momenteel is er van het origineel niets meer te zien, behalve een flauwe indruk van een cirkel van stenen op de grond. Het materiaal van de broch is ergens in de afgelopen eeuwen gebruikt voor de bouw van huizen en muurtjes in de omgeving... |
Intussen gaat het leggen van de rails in het Schotse deel dat het dichtst bij ingang van ons Groot-Brittannië ligt, gewoon door. Meter na meter rails wordt geplaatst, uitgelijnd, waar nodig passend gemaakt en met kleine spijkertjes vastgezet. Op basis van gedetailleerde schema's plaatsen onze collega's blokmarkeringen en -onderbrekingen en vrij/bezet-melders, boren gaten voor de doorvoer van stroom-draden, monteren wisselmotoren op de juiste plek en doen verder alles wat komt kijken bij het creëren van wat de basis is van een modelbaan: het sporenplan. Naast de treinrails moeten ook de wegen voor het Car System in een vroeg stadium worden aangelegd, zodat straks, als alles is afgewerkt, ook de Schotse bussen en vrachtwagens hun dagelijkse rondjes kunnen gaan afleggen. Op de foto hieronder is daar al een stukje van te zien. U ziet ook dat onze modelbaanbouwers - en velen van hen zijn niet meer de jongsten! - nog wel eens moeilijke capriolen moeten uithalen om op hun werkplek te kunnen komen... |
De elektrische locomotief op de foto hierboven is er eentje van de 1000-serie, en wel nummer 1010. De tien locomotieven van deze reeks waren de eerste eigen locomotieven van de NS; ze zijn van 1948 tot 1982 in dienst geweest. Het bijzondere aan dit model is dat het van origine een analoog model is, dat door een van onze treintechneuten is omgebouwd naar digitaal. Daardoor kan hij nu mooi een reeks D-treinrijtuigen rondtrekken door de miniatuurwereld. Leuk weetje: het origineel van deze locomotief, het enig overgebleven exemplaar van deze serie, staat in het Spoorwegmuseum in Utrecht. Rotterdamser dan op de foto rechts kan het bijna niet worden: een 'Den Oudsten' RET-bus (die onderdeel is van een schenking) én een oude RET-tram (een mini-Oliebollenrit, misschien?) samen op de Erasmusbrug. Het enige dat ontbreekt (gelukkig maar…) is het slechte weer: hierboven staan twee DDM-dubbeldekkers tijdens een winterse avondspits op Station Rotterdam Centraal te wachten op passagiers. Op de foto rechtsboven staat een andere NS-dubbeldekker: een exemplaar van de 'Plan-Z'-serie, die officieel de bijnaam 'Koploper' heeft gekregen. Hij staat in de loods van het stoomdepot, goed zichtbaar als u deelneemt aan een rondleiding. Aan onze 'museumspoorlijn' liggen diverse stationnetjes. Hier vertrekt bij een daarvan net een 'museumtrein': een elektrische locomotief van de 1100-serie in Pruisisch blauw trekt een rijtuig in dezelfde kleur op gang om mini-toeristen naar hun bestemming te brengen. De foto hieronder toont dezelfde scène, maar dan van boven. Nu kunt u ook die mooie ouderwetse voetgangersbrug over de sporen zien! |
Dit is een foto van de onderkant van een van onze locomotieven uit de 1100-serie. Hij vertoonde wat probleempjes bij het rijden, net als een andere exemplaar van dezelfde locomotief en dus besloten onze treintechnici om beide eens een goede, grondige schoonmaak- en onderhoudsbeurt te geven. Dan gaat zo'n machine ook helemaal uit elkaar. Rechts ziet u het gietijzeren frame, waarin links van het midden nog net een van de draaistellen zichtbaar is. De sporen van heel wat uren rijden zijn duidelijk zichtbaar! Nadat het frame is ontdaan van alle aanslag van olie, vet, stof en ander ongerief ligt het er weer blinkend bij. Ook de draaistellen worden volledig uit elkaar gehaald en schoongemaakt. Dit is het aangedreven draaistel waarin naast de wielassen ook een stel tandwielen op opsteek-assen zit die zorgen voor het tegelijk en even hard draaien van de twee wielassen. Ook hier doet een badje en een zachte borstel wonderen! Niet alleen de mechanische, ook de elektrische en elektronische onderdelen komen aan de beurt. Draadverbindingen worden nagelopen, indien nodig opnieuw gesoldeerd en soms helemaal vervangen. Als alles weer helemaal schoon is, de draaiende delen opnieuw in de olie en het vet zijn gezet, de verlichting en andere functies zijn gecontroleerd en de kap weer is terug-geplaatst, zijn de locs weer klaar voor het afleggen van vele kilometers. |
Dit oude fabriekje, dat onderdeel is van het Victoriaanse kavel in het Engels/Welshe deel van Groot-Brittannië, is uitgebreid met verlichting. Zo brandt aan de linkerkant een groot vuur (misschien is het een smidse?) en is achter de open deur een werknemer te zien die iets aan het doen is. Wat is niet duidelijk, maar wél dat er een grote hoeveelheid licht bij wordt geproduceerd, zoals u hieronder kunt zien. Op en rond het toernooiveld van onze Middeleeuwse ridders branden nu ook vuren en toortsen (al zijn dat ongevaarlijke led-lampjes). Hier moeten we zuinig zijn met het aanbrengen van verlichting, omdat felle lampen in de eerste plaats niet echt passen bij zo'n historisch tafereel en in de tweede plaats klachten van onze mini-toernooiridders kunnen opleveren, omdat ze daar last van hebben wanneer ze met gevelde lans op elkaar afstormen... Bij de bovenste sluizen van de Caen Locks (we gaan nog even terug naar het Victori-aanse kavel) staat een statig pand. Dat ziet er als er achter de ramen wat lampen branden en ook de voordeur fraai wordt verlicht, een stuk leuker uit. Dat geldt ook voor de hele straat met die vele brandende straatlantaarns. Aan de andere kant van het sluizencomplex staat een rij typisch Britse woninkjes. Inspiratie voor deze straat is opgedaan in de televisieserie 'Peaky Blinders'. Ook deze huisjes krijgen stuk voor stuk hun eigen lichtbron. Als te zijner tijd ook in ons Groot-Brittannië de dag/nacht-cyclus operationeel is, is er dankzij al die lampjes in de Miniwqorld-nacht net zoveel leuks te zien als overdag! |